Als u buikgriep heeft, heeft u een infectie aan uw maag en darmen. Het slijmvlies aan de binnenkant van uw maag en darmen is ontstoken. Dit wordt veroorzaakt door een virus of een bacterie. Bij volwassenen is dit meestal het norovirus.
De klachten die u bij buikgriep kunt hebben zijn:
- Diarree.
- Overgeven.
- Misselijkheid.
- Pijn in de buik.
- Hoofdpijn.
- Koorts.
Om goed voor uzelf en anderen te zorgen, kunt u de volgende dingen doen:
- Zorg dat u niet uitdroogt. Uitdroging kan ontstaan doordat er te veel vocht uit uw lichaam gaat en u te weinig vocht binnen krijgt. U kunt dit voorkomen door:
- Voldoende en kleine beetjes te drinken. Drink bijvoorbeeld water, thee of bouillon. Dit is ook belangrijk als u overgeeft of diarree heeft. Uw lichaam neemt toch kleine beetjes vocht op.
- Voldoende te eten. Eet iets wat u kunt verdragen en wat licht is. Dit is ook belangrijk als u overgeeft of diarree heeft, omdat uw lichaam wel voedsel opneemt
- Neem ORS in als u merkt dat u uitdroogt. Dit is een drankje waar suikers en zouten inzitten. Deze helpen om het vocht in uw lichaam vast te houden. Er zijn hiervan meerdere merken en vormen te koop bij de drogist of uw apotheek.
- Neem bij diarree diarreeremmers in. Een voorbeeld hiervan zijn de diarreeremmers van Norit. Dit kunt u kopen bij een drogist of uw apotheek.
- Voorkom dat u een ander besmet. Dit doet u door uw handen te wassen, de toilet goed schoon te maken, door uw eigen beker, bestek en borden te gebruiken en door voldoende afstand te houden.
Wij raden u aan om naar de huisarts te gaan als:
- U waterdunne diarree heeft en ongeveer 6 of meerdere keren per dag naar de wc moet. Kijk het eerst een paar dagen aan, maar als het al 3 dagen duurt, raden wij u aan om contact op te nemen met uw huisarts.
- U diarree heeft en daarnaast al 3 dagen koorts heeft.
- U diarree heeft, daarbij steeds overgeeft, veel dorst heeft en weinig drinkt.
- De diarree na 1 week niet verminderd.
- U slijm of bloed bij het poepen of plassen heeft.
- U meer dan 24 uur niet meer heeft geplast.
- U suf of licht in uw hoofd bent.
- U zich verward voelt.
- U een snelle hartslag heeft.
- U een snelle ademhaling heeft.
- U het gevoel heeft dat u gaat flauwvallen of als u flauwgevallen bent.
- U buikpijn blijft houden of als uw buikpijn heftig wordt.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start