Bij overgeven komt alles wat in uw maag zit naar boven en komt het met een aardige snelheid uit uw mond. Meestal voelt u zich eerst misselijk voordat u overgeeft.
Als u overgeeft, komt uw maaginhoud via de slokdarm door uw mond naar buiten. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals:
- Buikgriep.
- Een hersenschudding.
- Evenwichtsstoornissen.
- Stress.
- Veranderingen in hormonen in de vroege zwangerschap.
- Migraine.
- Een zonnesteek.
Als u of uw kind moet overgeven, zijn er een aantal dingen die u zelf kunt doen, zoals:
- Wacht rustig af als u slechts 1 á 2 keer heeft overgegeven. Het is dan belangrijk dat u uw maag tot rust laat komen en even wacht met eten en drinken.
- Neem iedere 5 à 10 minuten een slokje water en drink rustig. Als u meerdere keren overgeeft, loopt u het risico om uit te drogen. Dit komt, omdat u dan veel vocht verliest. Als u het vocht weer beter kan inhouden, raden wij u aan om weer meer vocht tot u te nemen. Uiteindelijk is het goed om ongeveer 1,5 á 2 liter water per dag te drinken.
- Eet iets lichts wat uw maag kan verdragen. Als u niets kan verdragen, is dit niet erg maar zorg ervoor dat u wel kleine beetjes probeert binnen te krijgen.
- Bij veelvuldig overgeven, kunt u ORS innemen. Dit stopt het overgeven niet, maar voorkomt wel dat u uitdroogt. Begin daar rustig mee en neem elke 5 tot 10 minuten een slokje als u nog steeds overgeeft. ORS-poeder is te verkrijgbaar bij uw apotheek of drogist en kunt u in water oplossen.
- Kinderen kunnen overgeven als eng en heel naar ervaren. Stel uw kind gerust en blijf in de buurt als het moet overgeven.
Bel uw huisarts meteen als:
- Er bloed bij uw braaksel zit.
- U verward of suf bent.
- U dreigt flauw te vallen of flauwvalt.
- U niet meer kunt plassen en als dit al een dag of langer duurt.
- U erge en hevige buikpijn heeft.
- U overgeeft nadat u bent gevallen.
U moet meteen uw huisarts bellen als u kind jonger is dan twee jaar en:
- Heftige buikpijn heeft.
- Het zich anders gedraagt dan u gewend bent en erg suf is.
- Het gevallen is en overgeeft.
- Het niet of nauwelijks drinkt.
- Het niet kan plassen en dit een halve dag duurt.
- Het overgeeft, diarree en koorts heeft.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start