Astma is een blijvende ontsteking van de longen. Die ontsteking zorgt ervoor dat de buisjes in uw longen vernauwen en u zich erg benauwd voelt. Astma kan erfelijk zijn, maar kan ook ontstaan doordat u ergens allergisch voor bent. Meestal heeft u er in uw eerste levensjaren al last van, maar astma kan zich ook op een latere leeftijd openbaren.
Bij astma kunt u:
- Benauwd zijn.
- Een lange tijd hoesten.
- Een piepende ademhaling hebben.
- Periodes hebben waarin u veel en lang moet hoesten.
- Zich moe voelen.
- Een verminderde conditie hebben.
Een astma-aanval kan getriggerd worden door:
- Stress.
- Stof.
- Vocht.
- Bepaalde pijnstillers, zoals NSAIDS of aspirines.
- Verf lucht.
- Bepaalde parfums.
- Een verkoudheid.
- De griep.
Als u eenmaal astma heeft, geneest dit niet meer. Wel zijn er een aantal dingen die u kunt doen om de astma te verminderen.
- Rook niet en vermijdt ruimtes waar gerookt wordt. Stel uw familie, vrienden en kennissen ook op de hoogte van uw astma zodat zij er rekening mee kunnen houden.
- Zorg voor voldoende lichaamsbeweging. Extreem sporten kan u benauwen, maar het is wel belangrijk dat u uw conditie opbouwt en onderhoudt. Dit kunt u doen door eerst te beginnen met een goede warming up en het sporten rustig op te bouwen. Verder adviseren wij u om rustig in en uit te ademen tijdens het sporten.
- Verlies gewicht als u overgewicht heeft. Als u dat niet zelfstandig lukt, vraag dan advies op bij een diëtist.
- Vindt uit waar u allergisch voor bent en vraag indien nodig advies op bij uw huisarts. Zo kunt u allergisch zijn voor huisstofmijt. Deze allergie speelt vaker een rol bij astma.
- Verminder de stof en het vocht in uw huis. Stofzuig regelmatig en zorg dat u uw huis goed ventileert. Daarnaast adviseren wij u om uw was buiten te drogen en uw lakens elke ochtend open te slaan.
- Gebruik de astmamedicatie die uw huisarts u voorgeschreven heeft.
U moet contact opnemen met uw huisarts als:
- U vermoedt dat u of uw kind astma heeft. De huisarts adviseert u over de vervolgstappen en schrijft u de juiste medicatie voor.
- Uw medicatie niet werkt.
- Uw klachten niet afnemen of erger worden.
- U benauwd bent als u zich niet inspant of heeft ingespannen.
- U moeite heeft met praten.
- U snel ademhaalt.
- Uw hartslag erg snel is.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start