Als u keelpijn heeft, heeft u een scherpe pijn in uw keel. De mate van pijn kan verschillen. Zo kunt u last hebben van een lichte irritatie, maar ook last hebben van heftige pijn. Daarnaast kunt u moeite hebben met praten en slikken. Als de pijn door een keelontsteking wordt veroorzaakt, is het achter in uw keel erg rood. Daarbij kunt u witte vlekken of slijm achter in uw keel zien. In de meeste gevallen gaat keelpijn samen met verkoudheid en bent u besmet met een virus.
Keelpijn kan ook andere oorzaken hebben. Zo kunt u keelpijn krijgen als:
- U besmet bent met het Pfeifervirus.
- U rookt.
- U uw keel veel schraapt.
- U teveel droge lucht inademt.
- U geschreeuwd heeft.
- U een vergrote schildklier heeft.
- U uw keel overbelast.
- U last heeft van een soa. Dit komt niet vaak voor.
Bij keelpijn kunt u klachten hebben, zoals:
- Een heftige en scherpe pijn in de keel.
- Moeilijk kunnen slikken of praten.
- Koorts.
- Een keelontsteking. Dan is het achter in uw keel erg rood.
- Gevoelige en gezwollen klieren in uw hals.
Er zijn een aantal dingen die u zelf kunt doen om de pijn te verzachten. Zo kunt u:
- Iets kouds drinken.
- Op een dropje of zuurtje zuigen. Speciale zuigtabletten zijn niet nodig. Deze hebben dezelfde werking, maar zijn vaak duurder. Daarnaast zitten er in sommige tabletten pijnstillers (NSDA’s) die u niet onbeperkt kunt slikken. Zuigtabletten, die NSDA’s bevatten, worden vaak afgeraden door de huisarts. U kunt zich het beste laten adviseren door een medewerker van de drogist of de apotheek waar u de zuigtabletten koopt.
- Rust nemen. Doe dit vooral als u zich niet lekker voelt of koorts heeft.
- Uw stem minder gebruiken. Als u wel praat, raden wij u aan om zo gewoon als mogelijk te praten. Fluisteren is niet nodig.
Als uw keelpijn door een verkoudheid wordt veroorzaakt, moet u zorgen dat u anderen niet besmet. Dit kunt u voorkomen door:
- Voldoende afstand van anderen te houden. De richtlijn hiervoor is 1,5 meter.
- Te hoesten en te niezen in uw elleboog of in een papierenzakdoek. Gooi de zakdoek direct weg.
- Uw handen goed en regelmatig te wassen. Doe dit ook nadat u uw zakdoek weggegooid hebt.
- Uw kopjes, glazen en bestek goed te wassen na gebruik.
U moet contact opnemen met uw huisarts als:
- U zich benauwd voelt.
- U een piepend en gierend geluid maakt tijdens het ademhalen.
- U niet meer kunt drinken en slikken.
- U gaat kwijlen.
- U uw mond niet meer of moeilijk open kunt doen.
- U zich steeds zieker gaat voelen.
- U andere klachten heeft aan de kant van uw hoofd. Een voorbeeld hiervan is oorpijn.
- U al langer dan 10 dagen keelpijn heeft.
- U al langer dan 3 dagen koorts heeft. Uw lichaamstemperatuur is dan hoger dan 38 °C.
- U een chronische ziekte heeft. Uw weerstand kan hierdoor minder zijn. Dan is het goed om advies op te vragen bij uw huisarts.
- U zich erge zorgen maakt.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start